Cultureel Taalcafé

Cultureel Taalcafé

“Dankzij jullie ben ik nu in een leer-werktraject terechtgekomen”

Drukbezocht Cultureel Taalcafé bij CODA Apeldoorn

Het is gezellig druk op donderdagavond in CODA Apeldoorn: een groep NT1’ers en NT2’ers komt samen om verschillende cultuurthema’s te behandelen. In CODA zijn ze namelijk eind 2018 gestart met het Cultureel Taalcafé, de zo genoemde TaalHubs. Deze TaalHubs worden gegeven door museumdocenten van CODA Apeldoorn. “Elke donderdagavond komen zo’n 10 tot 15 deelnemers bij ons,” vertelt Tessel Hengeveld, projectleider Beeld/Spraak. “Hier wordt op een laagdrempelige manier gewerkt aan de ontwikkeling van taal. Elke maand wordt een ander thema uitgelicht. We proberen altijd een koppeling te maken met een tentoonstelling in ons museum of een link te leggen met het archief. Een culturele invalshoek dus.”

Uitstapjes zijn niet vreemd voor het project Beeld/Spraak. “Zo organiseerden we ook samen met andere welzijnsorganisaties uitjes voor NT1’ers en NT2’ers naar CODA Museum. Door de coronacrisis ligt helaas een heleboel stil. Deze tijd gebruiken we om nieuwe plannen te maken. Zo hebben we het plan om naar het Herinneringscentrum Apeldoornsche Bosch te gaan. Dit is een nieuwe museumlocatie in Apeldoorn van een groep samenwerkende partners waaronder CODA. De bewoners van deze Joodse instelling voor mensen met een verstandelijke beperking werden in de Tweede Wereldoorlog afgevoerd; in dit herinneringscentrum worden hun verhalen gedeeld. Een belangrijk stuk geschiedenis dat we graag ook op onze NT1-doelgroep willen overbrengen. Naast dit plan hebben we nog veel meer ideeën die we volop aan het uitwerken zijn zoals het organiseren van lezingen en symposia.”

Successen

Al deze uitstapjes en wekelijkse activiteiten blijken niet voor niets. “We hebben al een aantal mensen goed kunnen helpen. NT2’ers stromen veelal door naar uitgebreidere taalcursussen en gebruiken de TaalHub om te blijven oefenen. Het mooiste compliment dat we onlangs kregen van een NT1-deelnemer is: “Dankzij jullie ben ik nu een leer-werktraject terecht gekomen. Zelf was me dit nooit gelukt.” We hebben haar natuurlijk gevraagd of ze onze taalambassadeur wilde worden. Hiervoor was ze erg enthousiast, helaas heeft ze door het nieuwe leer-werktraject hier nu ook weinig tijd voor. Maar zodra ze kan, komt ze ons ondersteunen. Dit is waar we het voor doen en waar we naar toe willen blijven werken.”

Het netwerk is van groot belang

Toch blijft het lastig om de juiste mensen te bereiken, laat projectleider Tessel Hengeveld weten. “We moeten ons netwerk blijven aanspreken om mensen te vinden in deze doelgroep. De NT2’ers zijn makkelijker te vinden en te enthousiasmeren voor de TaalHub. Zij zijn nieuw in Nederland en willen graag de taal leren, daar schamen zij zich niet voor. Heel anders is het bij de NT1’ers. Het blijft zoeken en overtuigen. Nederlands is hun eigen taal, dus het erkennen van de achterstand is vaak een grote drempel. Ze hebben vaak verschillende manieren ontwikkeld om goed te functioneren, door bijvoorbeeld hulp van kinderen of buren. Gelukkig werken we veel samen met verschillende welzijnsorganisaties, de gemeente, Jeugd & Gezin, de kinderopvang, het UWV en Stichting Lezen en Schrijven.”

“Daarnaast hebben we een projectgroep met zes collega’s binnen onze organisatie opgericht die zich allemaal bezighouden met het bereiken van NT1’ers. Samen kijken we hoe we organisaties beter kunnen informeren over signaleren en doorverwijzen. Zodra het weer mogelijk is, willen we een training geven aan de vrijwilligers van Stichting Leergeld, zodat ook zij kunnen signaleren en doorverwijzen. Het is een langlopend proces en het zal nog geruime tijd duren voordat deze en andere samenwerkingen zijn vruchten gaan afwerpen. Hoewel je een lange adem moet hebben voor het bereiken van deze doelgroep, heb ik het volste vertrouwen dat het ons gaat lukken. We weten waarvoor we het doen.”